Vorig jaar trapte ik op de rem. Ik was altijd moe, in mijn hoofd was het chaos, ik raakte in paniek om kleine dingen en ik had vaak pijn in mijn borst. Dat was al een tijdje zo, maar ineens voelde ik heel duidelijk: als ik nu niets doe, dan gaat het goed mis. Het was nog volop coronatijd en ik schreef me in voor een online programma om te leren omgaan met angst en paniek. Ik leerde ontzettend veel over mezelf en vooral over de werking van mijn brein. Toen ik het programma had afgerond ging het beter met me, maar ik had het gevoel dat ik nog niet klaar was. Ik kon niet benoemen wat ik precies miste, maar het proces voelde niet af.
Ik deed wat ik bij al mijn vragen doe: ik begon een zoektocht op internet. Ik typte gevoelens, klachten en vragen in de zoekbalk. En zo kwam ik bij de term hoogsensitiviteit uit. Bij alles wat ik las, dacht ik: dit gaat over mij! Dit ben ik! Ik ging aan de slag met de training Gelukkig Hoogsensitief van Esther Bergsma en dat was de start van een pittige, maar geweldige zoektocht naar mezelf. Eerst alleen en daarna samen met coach Iris van den Berg van IVB Coaching.
Jezelf zoeken
Eerlijk gezegd kreeg ik altijd de kriebels van de woorden ‘jezelf zoeken’. Hoe kun je jezelf kwijt zijn? En als je jezelf dan vindt, betekent dat dan dat je al die tijd verkeerd geleefd hebt en het roer op alle vlakken helemaal moet omgooien? Inmiddels zijn die negatieve kriebels vervangen door positieve: jezelf vinden, begrijpen en zien is zo heerlijk! Ik ben niet een ander persoon geworden, maar ik kijk wel door een andere bril naar mezelf.
Onbewust wist ik niet wie ik was. Ik was 46 jaar lang dochter, zus, vriendin, vrouw, moeder, collega. Ik was onbewust rollen aan het spelen. Ik was niet ongelukkig. Zeker niet. Maar moe was ik wel. Inmiddels heb ik geleerd dat ik als HSP anders in elkaar zit dan het overgrote deel van de mensen om mij heen. Eén op de vijf mensen is hoogsensitief, maar ik probeerde al die tijd te zijn zoals die andere vier op de vijf. Dat was ‘hoe het hoorde’, dacht ik, dus daaraan wilde ik voldoen. En dat lukte aan de buitenkant ook, want ik was als HSP een perfecte kameleon. Aanpassen was mijn tweede natuur geworden. Aan de binnenkant was ik een kei in mezelf veroordelen. Als ik me anders voelde dan ‘de rest’, ging mijn brein gelijk aan de slag: wat kan ik veranderen? Inmiddels heb ik geleerd dat HSP heel goed zijn in zelfreflectie en dat de valkuil daarvan is: eindeloos piekeren en jezelf verwijten maken. Doodvermoeiend en stressvol!
Alleen-tijd
Inmiddels weet ik veel beter wie ik ben en hoe ik reageer op alles wat er om mij heen én in mijzelf gebeurt. Ik kijk terug en ik zie het meisje dat op het strand apart ging lopen van haar familie. Niet omdat ze hen niet lief vond, maar omdat ze genoot van de stilte, de wind, het water en het zand. Ik zie de tiener, die vriendinnen had en met plezier naar school ging, maar tegelijkertijd moeite had met de grote groepen en de grote monden en de verschillende meningen. En die het heerlijk vond om in haar eentje op haar kamer te zitten om te verdwijnen in een boek of gedichten te schrijven. Ik zie de vrouw op het podium, die intens genoot van zingen en acteren en publiek, maar intussen ook doodmoe was door die hobby, omdat ze alles perfect wilde doen en weinig aansluiting had bij haar medespelers. Niet omdat dat geen leuke mensen waren, maar omdat er te veel tegelijk gebeurde en er geen energie over was voor sociale contacten.
Achteraf gezien heb ik mijn hele leven ontzettend veel gezien, gehoord en gevoeld, maar nooit naar die signalen geluisterd. Het waren er zo veel en ze waren zo overweldigend. Ik wist niet wat ik ermee moest, dus ik stopte ze weg en ging in mijn hoofd zitten. Ik ging alles beredeneren in mijn poging om grip te krijgen. Zo ook met die theatergroep: op vrijdagavond (al moe van de hele week) sleepte ik mezelf naar de repetitie, raakte ik compleet uitgeput door alle indrukken en het voldoen aan mijn eigen hoge prestatielat en ging ik na afloop direct naar huis en naar bed, terwijl de anderen nog gezellig bleven hangen aan de bar. Ik keek elke week op tegen de vrijdagavond, maar dat interne stemmetje ging ik met grof verstandelijk geweld te lijf. Niet zeuren: je houdt van theater. Je kunt goed zingen. Zonde om niets met dat talent te doen!
Gestopt met rennen
En zo rende ik, op veel meer vlakken dan alleen dat theater, als een kip zonder kop door het leven. Of in mijn geval is het beter om de uitdrukking aan te passen: als een kip zonder lijf. Mijn hoofd rende maar door en negeerde alle signalen die het lijf gaf. Gelukkig ben ik gestopt met rennen voordat ik echt omviel. Daar ben ik achteraf heel trots op. En inmiddels heb ik ontzettend veel geleerd over mezelf en luister ik wel naar die signalen. Ik kijk door een andere bril naar mezelf. Met een begripvolle blik kijk ik naar mijn hoogsensitieve ik. Ik begrijp (en accepteer!) dat ik meer en gedetailleerder waarneem dan de meeste mensen en dat mijn brein tijd nodig heeft om al die informatie te verwerken. Ik gun mezelf rust, regelmaat en tijd alleen. En ik zie nu ook dat dat diepe zien, horen, voelen en verwerken ook een heel mooie kant heeft. Ik kan ontzettend genieten van dingen en me inleven in anderen en creatieve oplossingen verzinnen.
Maar het meest waardevolle wat ik geleerd heb, is om me niet meer als een kameleon constant aan te passen. Ik ben ik en dat is goed genoeg!
(Dit blog is ook te lezen op het platform Hoogsensitief.nl.)